Welkom bij de dronelessen op het Regius College. Tijdens de zogeheten maatwerklessen, voor de eerste drie lesjaren van vmbo-tl, krijgt een groepje jongeren les van Bart van der Gulik en Thomas Marcus. In het dagelijks leven respectievelijk natuur- en wiskundedocent en docent lichamelijke opvoeding. Maar sinds dit schooljaar ook drone-instructeurs voor hun leerlingen. “We weten dat er ontzettend veel vraag is naar mensen in de techniek, en we vroegen ons af hoe we die technische beroepen nou goed kunnen promoten en beter in beeld konden krijgen op school. Zo kwamen we op drone-onderwijs uit.”

Het was een ontploffing van gezoem

Van der Gulik zocht contact met Tech@Connect om het voor elkaar te krijgen. Projectleider Michael van Alderwegen bracht de docent in contact met Drone Class, waarna het project begin dit jaar kon beginnen. “Leerlingen kunnen zich inschrijven voor de maatwerklessen. Er was zoveel animo, dat er binnen een paar minuten al voldoende aanmeldingen waren.” En veel van die eerste leerlingen, doen ook de tweede lesreeks mee. “De eerste paar keer ging het echt nog wel om het temperen van het enthousiasme. Het was een ontploffing van gezoem”, lacht Van der Gulik. Inmiddels zijn de leerlingen nog altijd enthousiast, maar weten de docenten het goed in banen te leiden.

Naast het vliegen met de drones, dat dus nog best wat oefening vraagt, leren de scholieren meer. Zo moeten ze de witte racedrones zelf in elkaar zetten en ze programmeren. “De droge theoretische vakken komen dan in de praktijk daarin terug”, legt Van der Gulik uit. “Zo moeten ze nadenken over het balanceren van de drones. Dat zijn bijvoorbeeld allemaal natuurkundige vragen.” 

Weer eens wat anders dan bollen pellen

Ook leren ze vliegen met een professionele filmdrone: “Daar komt wel iets meer bij kijken. Die weegt 1 kilo en kan tot zeventig kilometer per uur vliegen. Daar leren ze mee dat ze rekening moeten houden met de afstand tot bijvoorbeeld mensen en gebouwen. En er moet een vliegplan voor gemaakt worden.” Het idee is ook dat de leerlingen uiteindelijk makkelijker hun dronecertificaat kunnen halen: “Leuk voor een bijbaan”, ziet Van der Gulik. “Weer eens wat anders dan bollen pellen.”

Daarnaast zit er een loopbaanoriëntatieprogramma aan vast, waarbij de leerlingen erachter moeten komen welke bedrijven gebruikmaken van drones en waar ze de apparatuur voor inzetten. “In het oorspronkelijke programma zit ook een bedrijfsbezoek, maar dat gaat nu wat moeilijker door de coronamaatregelen.” Ook willen de docenten nog een link leggen met andere vakken: “Wat is bijvoorbeeld het economische of maatschappelijke effect als we meer drones inzetten op het werk? Verdwijnen er banen, of komen er meer banen bij?”

In de nabije toekomst hopen de docenten met andere scholen in de regio “battles” te kunnen houden, in samenwerking met Tech@Connect. Dan kunnen de leerlingen met racedrones de strijd met elkaar aangaan.

De leerlingen gaan enorm op in de lessen, terwijl ze die aan het einde van hun lesdag krijgen. “Ze zijn soms zelfs zo enthousiast, dat we ze naar huis moeten sturen. We moeten ze eraan herinneren dat wij ook nog naar huis willen”, zegt Van der Gulik. 

Melvin twijfelt net als Kaj en Tim of hij echt dronepiloot zou willen worden: “Dat hoeft niet per se”, zegt hij. “Maar ik vind de lessen wel echt heel erg leuk.” De jongens zouden het liefst zelf een professionele drone willen hebben. Kaj: “Ik zou de nieuwste DJI wel willen hebben, die gaat tot wel 140 kilometer per uur!” Melvin en Tim kijken net zo verlekkerd als Kaj. Dat lijkt ze wel wat, hoewel ze zich nog wel even afvragen hoe ze dat gaan regelen met geld. Een van de drie bedenkt dan: “Misschien kan ik m’n vader vragen…”

De leerlingen van het Regius volgen? Dat kan via www.projectdrones-regius.nl